De techniek van deze kunst
Afhankelijk van wat ik ga schilderen is het penseel dunner of dikker. De kwast
maak ik zelf om de juiste dikte te kunnen bepalen. Het penseel heeft een kromming
bij de kwast, deze kromming is nodig om vanuit de binnenkant te kunnen schilderen.
Voor het schilderen heb ik een droger nodig om de verf snel te laten drogen.
Ik schilder met twee soorten verf, aquarel en olieverf. Als beide verfsoorten
nodig zijn wordt de olieverf pas gebruikt na het schilderen met aquarel.
Met een penseel waarvan het kwastje gewatteerd is, kan ik de afbeelding verzachten of een ander effect geven.
De bollen en flesjes zijn van kristal en hebben verschillenden vormen en afmetingen.
Het snuifflesje is de originele vorm die geschilderd werd. Tegenwoordig worden ook
andere vormen, zoals kristallen bollen, penhouders en vazen gemaakt om in te schilderen.
Het schilderen van de binnenkant van een vorm is een zeer fijn en precies werk.
Sommige technieken zijn anders dan schilderen op een schildersdoek. Een eerste
verschil is dat de gekozen vorm van binnen geschilderd wordt, je schildert naar
jezelf toe, in spiegelbeeld. Beeld en woord worden dus omgekeerd geschilderd.
Een tweede verschil is, op een schildersdoek kun je over de eerste penseelstreek
heen schilderen, dit kan niet bij het schilderen van de binnenkant van een vorm.
Bij het schilderen van de binnenkant van een vorm zit de eerste penseelstreek aan
de voorkant en de volgende penseelstreek zit achter de eerste.
Een derde verschil is, dat het schilderoppervlak niet recht is, maar ronding
heeft of bolvormig is. Het schilderij wordt aangepast aan de vorm van het schildermateriaal.
|